donderdag 19 februari 2009

column Airport 5


Column

AIRPORT 007 by Mo 007
hond in schaapskleren

Bob was zijn leven als schoothondje beu en ging aan de slag bij sheepcare, een transportbedrijf dat instond voor het dagelijks vervoer van schapen die hun gok gingen wagen aan de andere kant van de wei.
Er was veel werk bij Sheepcare want eenmaal de dieren arriveerden waar ze dachten te willen zijn en merkten dat het gras daar helemaal niet groener was, wilden ze weer terug.

Bob kreeg een blauwe halsband met een nummer in gegraveerd waarmee hij zich elke ochtend moest aanmelden bij de ingang van de wei. Een minuut te laat betekende een bot minder lunch. Verder was het verboden te blaffen, te grommen, te bijten of zelfs te kwispelen.
Bob stond in voor de inscheping van de schapen en hun bagage. Hij had honden altijd slaafs gevonden, maar het gedrag van deze viervoeters tartte al zijn verbeelding. Het was alsof ze aan elkaar kleefden en niemand het waagde zich uit de grote bol wol te begeven. Als het eerste schaap door een smal poortje naar zijn balie liep, volgde de hele sliert dezelfde weg, terwijl de brede grasloper voor hun neus uitnodigend lonkte.
‘Domme kudde’, zuchtte hij. Maar hij vergiste zich. De krullerige bengels bleken enorm gewiekst te zijn in het sjoemelen met bagage, waarbij ze leugens en verleidingsmiddelen niet weerden. Ze luisden hem er met hun misleidend schaapachtige glimlach moeiteloos in.
Dan moest hij op zijn tanden bijten en soms ontsnapte hem wel eens een verboden grom.
Vrouwelijke schapen gooiden zonder pardon hun boezem op zijn balie, waarbij ze hem met vlinderende wimpers hypnotiseerden: ‘allez, monsieur le chien, vous êtes gentil!’ Op zulke momenten zonk zijn verweer in zijn poten en moest hij zich enorm beheersen om zijn staart stil te houden en niet te kwispelen. Maar al gauw begon hij er de humor van in te zien en genoot van het circus dat hij elke dag mocht aanschouwen.
Schapen, zogezegd uit Jamaica, verstopten smokkelwaren in hun weelderige valse rastalokken. Anderen verfden hun vacht paars, om de bosbessenjam te verdoezelen die ze wilden meenemen op reis. Zelfs ouderen deden mee aan de zwendel. Omaschapen verborgen breinaalden in hun manke poot, verpakt in verband, welke onverbiddelijk werden verwijderd. ‘Geen steekwapens aan boord!’ waarop dramatische scènes vol krokodillentranen volgden over babysokjes en slaapmutsen voor zieke opaschapen die moesten gebreid worden…
Op een dag haalde Bob het in zijn hondenkop om een laatkomer die zijn vlucht gemist had, in te lichten over het niet groenere gras aan de andere kant, en het nodeloze van de geplande reis. Het mormel bleek een wolf in schaapskleren te zijn en beet zijn neus er bijna af dat hij zich met zijn eigen zaken moest bemoeien.
Sindsdien heeft hij zijn les geleerd en tracht hij de wereld niet meer te verbeteren. Hij ruilde zijn halsband in voor een donzig krullenpakje, en zwerft sindsdien incognito rond tussen de reizende schapen.

Laat je niet misleiden door schattige wolletjes op poten…niets is wat het lijkt….

Geen opmerkingen:

Een reactie posten